De Metta drukfactoren

De drukfactoren die worden meegenomen in de beoordeling van bedrijven zijn:

  1. Gebruik van grondstoffen, water en energie;
  2. Gebruik van ruimte; kwantitatief (oppervlakte) en kwalitatief (landschap), gebouwen, maar ook landgebruik voor het verbouwen van grondstoffen;
  3. Broeikasgassen en overige emissies naar de lucht;
  4. Afval: vloeibaar en vast; en,
  5. Verstoring door licht, geluid, en andere bronnen.

 

Voor elk van deze drukfactoren wordt bepaald wat de voetafdruk van het bedrijf is gedurende een bepaalde periode in het verleden. Dat is de blauwe lijn in onderstaand diagram.  Vervolgens kan in de meeste gevallen een gedeelte van de voetafdruk nog voorkomen of gereduceerd worden, bijvoorbeeld door energiebezuinigingen, of het hergebruik van afvalstoffen. Dat is de rode lijn in onderstaand diagram. Dergelijke reducties leveren in veel gevallen ook nog eens een kostenbesparing op. Uiteindelijk moet de oppervlak binnen de rode lijn extern gecompenseerd worden. Op het moment dat die compensatie gerealiseerd is, kan het bedrijf stellen dat het over die periode in het verleden impact-neutraal heeft gewerkt, en mag het gebruik maken van het Metta Vignet.

 

In de beoordeling wordt rekening gehouden met alle activiteiten die een bedrijf al onderneemt om effecten te compenseren zoals bv het gebruik van groene stroom of warmtekoude opslag.